Afgelopen vrijdag is de voordrachtcommissie gekomen met een voordracht voor een nieuw partijbestuur. Dit proces wordt altijd zo apolitiek mogelijk beschreven, maar zoals we nu heel duidelijk zien, is dit deze keer totaal niet het geval, omdat de commissie heeft besloten om uit te leggen waarom zij alle kandidaten die zich op basis van het door het Marxistisch Forum vastgestelde platform hebben gekandideerd af te wijzen. Dit is een redelijk unieke situatie voor de SP. Hier komt bij dat de commissie ook nog eens compleet ononderbouwde uitspraken doet over de kandidaten waarvan zij vinden dat er niet op moet worden gestemd. Maar omdat dit laatste niet voor iedereen duidelijk zal zijn, willen we hier even zo kort als mogelijk verhelderen wat er hier misgaat.
De voordrachtcommissie stelt dat MF een “eigen ideologie” zou hebben, die “niet overeenkomt met het SP beginselprogramma”. Wat ze hiermee bedoelen, en welk bewijs ze daarvoor zien leggen ze echter verder niet uit, want ze komen gelijk met de uitspraak dat dit “de vraag oproept of MF bestuurders ‘loyaal’ zullen zijn aan de beginselen van de SP of aan het platform van MF”. Ook stelt de commissie dat onze kandidatuur onwenselijk is vanwege de “vereiste” om als partijbestuur “met een mond te spreken”, en het bestaan van meningsverschillen binnen het partijbestuur te verhullen, inclusief richting de partijraad, het hoogste orgaan van de partij, waar voorzitters stemmen over de voorstellen die grotendeels van het partijbestuur afkomstig zijn, maar waarvan we als partijraad niet mogen weten hoe breed de steun voor het voorstel binnen het partijbestuur was, en welke bezwaren of zorgen een minderheid had.
Dit is natuurlijk je reinste kolder, maar wel erg kwalijk omdat dit naar alle leden wordt verspreid als waarheid. Ten eerste, ze hebben totaal niet aangetoond dat ‘MF beginselen’ onverenigbaar zouden zijn met die van de SP. Ze stellen dit simpelweg, en doen vervolgens alsof zo’n heftige beschuldiging geen onderbouwing behoeft. Ten overvloede, als via MF gekandideerde SPers onderschrijven we het beginselprogramma volledig, en staan wij voor fundamentele maatschappijkritiek, we willen met iedereen in gesprek, en onderschrijven de kernwaarden van de partij. Ten tweede, beloven dat je je aan een verkiezingsprogramma wil houden heeft niks te maken met “disloyaal” zijn naar de partij of haar beginselen, en alles met controleerbaar zijn richting alle leden (primair naar de mensen die op je stemmen, maar elk lid kan je natuurlijk op je beloften aanspreken). Ten derde, de eis om ‘met één mond te spreken’ is ondemocratisch, en maakt het voor alle andere organen binnen de partij zo goed als onmogelijk om tot weloverwogen beslissingen te komen. Bijvoorbeeld omdat er structureel onvoldoende tijd is om nog met tegenvoorstellen te komen en daar steun voor te verzamelen in de twee weken tussen publicatie van de partijraadstukken en de partijraad daarover, waarbij bijna alle voorstellen worden ingebracht door het partijbestuur (en dit in de praktijk dus eigenlijk nooit gebeurt). Weten welke bezwaren er bij partijbestuursleden leefden tegen een partijbestuursvoorstel geeft ten minste nog een aanknopingspunt, al is het nog steeds onvoldoende. Dat de voordrachtcommissie dat niet inziet, of niet wil erkennen, is onzes inziens bijzonder kwalijk. (Vooral ook omdat de SP deze kritieken zelf heeft over de verhouding tussen het kabinet en de Tweede Kamer.)
Vervolgens komt de commissie met de stelling dat eenheid in verscheidenheid voor ons vooral zou draaien om het continu opnieuw agenderen van genomen besluiten. Dit is op zijn zachtst gezegd een misverstand, maar vooral ook een verdraaiing: wij pleiten primair voor eenheid in verscheidenheid omdat we van de SP een sterke, brede socialistische partij willen maken, waarin iedereen die socialisme een warm hart toedraagt zich thuisvoelt. Dit in tegenstelling tot de ‘koers’ van het huidige partijbestuur, die natuurlijk meerdere mensen heeft geroyeerd en ROOD wil afstoten omdat zij te links zijn, en ‘te autonoom’.
Dan kort iets over de claim dat wij, indien verkozen, niet ‘zonder last of ruggespraak’ zouden optreden: ook hier is sprake van een vreemd soort misvatting over hoe politiek kandideren werkt. Je stelt jezelf kandidaat omdat je iets wil bereiken, en waar je je aan committeert. Als verkozen bestuurslid ben je natuurlijk vrij om daar invulling aan te geven, maar vervolgens ben je wel verantwoording verschuldigd aan de leden waarom je dat hebt gedaan, waarna leden kunnen besluiten om te gaan pleiten voor een andere koers, of voor je aftreden, enzovoorts, naast dat ze die informatie natuurlijk kunnen meenemen bij een nieuwe verkiezingsronde. Door te eisen dat het bestuur ‘met een mond’ spreekt maak je het onmogelijk voor de leden om te oordelen over het functioneren van individuele bestuurders, en het bestuur als geheel.
Als laatste nog iets over de specifieke claim dat wij “Marxistisch-Leninistische standpunten” zouden aanhangen, waarmee de commissie haar rapport eindigt. Ook dit is onzin, al is het ons onduidelijk of de commissie dit begrijpt, of dat ze gewoon het woordje “Leninistisch” eraan plakken vanwege de vieze smaak die dit (terecht) bij veel leden zal oproepen.
Over de rest van de voordracht zullen we ons niet uitlaten, maar het leek ons van belang dit recht te zetten, omdat deze misinformatie hoogstwaarschijnlijk door leden van het partijbestuur zal worden aangegrepen om te pleiten voor verdere politiek gemotiveerde royementen.